Werken met lagen in CorelDRAW® Graphics Suite X4

U kunt nu in CorelDRAW X4 op afzonderlijke pagina's werken met lagen, hoofdlagen en lagen met hulplijnen. Als bepaalde pagina's (zoals het voorblad) een eigen specifieke inhoud hebben, is het vaak zinvol om daarvoor afzonderlijke lagen te gebruiken.

In de afbeelding hierboven ziet u twee pagina's met hun eigen lagen. U ziet ook de laag voor de hoofdpagina.

Alles wat u op het onderdeel Bureaublad van de hoofdpagina plaatst, is zichtbaar op alle pagina's. Als u de hulplijnen en rasters van de hoofdpagina gebruikt, zijn op alle pagina's hulplijnen en rasters zichtbaar.

U kunt ook hulplijnen en rasters op afzonderlijke pagina's gebruiken. Deze zijn alleen van toepassing op de geselecteerde pagina. In dit voorbeeld bevat elke pagina lagen met tekst in verschillende talen, en tevens een laag met een achtergrond en een laag met afbeeldingen.

Als u een nieuwe laag wilt maken, klikt u op de knop Nieuwe laag onderin het koppelvenster Voorwerpbeheer.

Wanneer u op deze knop klikt, kunt u direct de naam van de laag wijzigen.

Links van de naam van de laag kunt u de laag vergrendelen (klik op het potloodpictogram), de laag verbergen (klik op het oogpictogram) en de laag afdrukbaar of niet-afdrukbaar maken (klik op het printerpictogram).

Door een laag niet-afdrukbaar te maken, kunt u die laag gebruiken voor opmerkingen voor anderen die betrokken zijn bij het maken van het document. Die laag is zichtbaar, maar wordt niet afgedrukt.